Brugklas atheneum / gymnasium
Als vwo-leerling wordt van je verwacht dat je beter in staat bent om zelfstandig te leren dan een havoleerling. Je krijgt een deel van het lesprogramma daarom ingedikt aangeboden en niet in een leergebied. Je werkt systematisch door de verdiepings- en verrijkingsstof, in een hoger tempo en met toetsing op vwo-niveau. Ook is er ruimte voor projecttijd; tijdens deze uren doe je samen met je klasgenoten in groepjes onderzoek en presenteer je de onderzoeksresultaten aan elkaar.
Voor alle leerlingen is er veel aandacht voor het sociaal functioneren in een groep. Als je als leerling het basisonderwijs met relatief weinig inspanning bent doorgekomen, zijn we alert op de overgang naar de middelbare school en geven we daarbij ondersteuning.
Gymnasium
Vanaf klas 2 bestaat de mogelijkheid om te kiezen voor gymnasium. Om je goed voor te kunnen bereiden op de keuze atheneum of gymnasium, zijn er vanaf april in de brugklas extra introductielessen voor klassieke talen (Latijn en Grieks). Deze lessen zijn voor alle brugklasleerlingen uit Accent en Regulier (havo/vwo en vwo) toegankelijk.
De keuze om in klas 2 met gymnasium te starten heeft twee redenen: we willen leerlingen met een havo/vwo advies de kans geven in het eerste jaar te groeien om daarna op het gymnasium verder te kunnen gaan. Bovendien kan je de grammatica-uitleg bij de talen in het tweede jaar beter snappen en onthouden, waardoor je sneller door de stof van Grieks en Latijn heen kunt. Uiteindelijk doe je hetzelfde eindexamen als een leerling op een categoraal gymnasium.
Accent
Leerlingen met een havo-, havo/vwo- of vwo-advies kunnen kiezen voor Accent. Deze onderwijsvorm werkt volgens de onderstaande onderwijskundige uitgangspunten:
- Activerende leeromgeving met het accent op samenwerkend en zelfstandig leren
- Betekenisvolle en authentieke contexten: in groepjes werken vanuit thema’s en oplossen van problemen uit de samenleving
- Leren door interactie en reflectie op wat en hoe er is geleerd
Een deel van de vakken in Accent wordt in de vorm van leergebieden aangeboden. Een leergebied bestaat uit meerdere, gerelateerde vakken die een aantal uur aaneengesloten worden aangeboden. De leergebieden zijn:
- Bèta: natuurwetenschappen (natuurkunde, scheikunde, biologie en techniek)
- Gamma: mens- en maatschappijvakken (aardrijkskunde, geschiedenis en economie)
- Delta: creatieve vakken (tekenen, handvaardigheid en muziek)
De vakken wiskunde, Nederlands, Engels, Frans, Duits en lichamelijke opvoeding worden als individueel vak aangeboden, dat wil zeggen dat ze niet onder een hierboven genoemd leergebied vallen. In de leergebieden wordt met meerdere klassen en docenten naast elkaar gewerkt.
Accent kan alleen in de eerste drie leerjaren van de onderbouw worden gevolgd, daarna stromen de leerlingen door naar het vierde leerjaar regulier.
Bovenbouw
In dit jaar kies je, met ondersteuning van de decanen en de mentor, je vakkenpakket aan de hand van een profiel. Er zijn vier profielen met kenmerkende verplichte vakken en keuzevakken.
• Cultuur en Maatschappij (CM)
• Economie en Maatschappij (EM)
• Natuur en Gezondheid (NG)
• Natuur en Techniek (NT)
Leerjaar 4
In de bovenbouw is de groepssamenstelling anders dan in de onderbouw. Daarom start je de eerste schoolweken van dit leerjaar in mentorgroepen met teambuildingsactiviteiten.
Je volgt lessen van verschillende vakken in wisselende samenstellingen, omdat je verschillende vakkenpakketten kan kiezen. Deze groepen noemen we clustergroepen. Slechts enkele vakken volg je nog met je mentorklas/stamklas. Een heel verschil dus ten opzichte van de onderbouw.
Vanaf de vierde klas tot het eindexamen behoud je zoveel mogelijk dezelfde mentor. Deze helpt en begeleidt je bij je eerste kennismaking in het vervolgonderwijs in het hbo en wo.
In het kader van deze loopbaanoriëntatie en -begeleiding, ook wel LOB genoemd, worden allerlei activiteiten ondernomen. Zo gaan leerlingen in 4 havo en 4 en 5 vwo bijvoorbeeld op bezoek bij onderwijsinstellingen in het hoger onderwijs.