Zonder het te weten, worden dagelijks woorden die uit het Grieks of Latijn komen gebruikt. “Die twee vormen een leuk duo” (=> duo betekent twee in het Grieks/Latijn); “Wat ben jij een egoïst!” (ego betekent ‘ik’ in het Grieks/Latijn). Door Grieks en Latijn te leren wordt terloops duidelijk hoeveel uit onze taal terug te voeren is op deze klassieken. Dat geldt overigens niet alleen voor de talen, ook in de kunst, architectuur en bouwkunde komen steeds opnieuw klassieke onderdelen tevoorschijn.
Voor elke leerling met een doorstroomadvies vwo staat het gymnasium open. Om leerlingen goed voor te kunnen bereiden op de keuze atheneum of gymnasium, zijn er vanaf april in de brugklas extra introductielessen Klassieke talen (Latijn en Grieks). Deze lessen zijn voor alle brugklasleerlingen uit Accent en regulier (havo/vwo en vwo) toegankelijk. De keuze om in klas 2 met gymnasium te starten heeft twee redenen: enerzijds geven we leerlingen met een havo/vwo advies de kans om te groeien en zo in te stromen, anderzijds beklijft de grammatica-uitleg bij de talen in klas 2 beter, waardoor leerlingen sneller door de stof van Grieks en Latijn heen kunnen. Uiteindelijk doen de leerlingen hetzelfde eindexamen als een leerling op een categoriaal gymnasium.
Leerlingen die enthousiast zijn geraakt en op basis van resultaten het aankunnen, krijgen in klas 2 Grieks en Latijn. Ook in klas 3 worden beide vakken gevolgd. Om te voorkomen dat een gymnasiast veel meer uren op school zit dan een leerling op het atheneum, zijn er bij een aantal vakken minder uren les. Aan het einde van klas 3 kiest een gymnasiast of hij beide vakken behoudt, of dat hij met één van de twee verder gaat. Beide talen zijn even waardevol, het gaat erom wat de leerling het beste ligt of het leukste vindt. Naast het taaldeel wordt veel tijd vrij gemaakt voor geschiedenis en cultuur. Dat gebeurt in de les, maar ook daarbuiten. Zo gaan de tweede en derde klassen bijvoorbeeld naar Nijmegen, waar een groot Romeins leger heeft gestaan.
De eerste drie leerjaren ligt de nadruk op aanleren woordenschat en grammatica, oefeningen, teksten vertalen, verhalen uit de Oudheid, geschiedenis, en de cultuur van het Klassieke Griekenland en Rome. De laatste twee leerjaren ligt de nadruk op het toepassen van de geleerde stof bij het vertalen van teksten uit de Klassieke Oudheid en het verdiepen van culturele kennis aan verscheidene kunstvormen. Elke leerling leest een aantal hoogtepunten uit de Romeinse en Griekse literatuurgeschiedenis.
Bovendien worden de leerlingen bekend gemaakt met Grieks/Romeinse verhalen, toneel, architectuur, beeldhouwkunst, vaaskunst, de Renaissance en filosofie. Leerling leren zelfstandig teksten lezen, samenvattingen maken, essays schrijven, zelfstandig of in koppels presentaties maken en geven, en een deel theorie leren. De stof uit het lesboek en de praktische opdrachten worden aangevuld met documentaires, film, toneel- en operafragmenten.
Iedereen die aan het einde van het eerste leerjaar voldoende punten heeft gehaald om naar 2 vwo te kunnen, kan naar het gymnasium. Een flinke portie nieuwsgierigheid is een pré; een gemotiveerde leerling houdt het makkelijker vol.
Een gymnasium diploma is in Nederland het hoogste niveau wat een leerling op de middelbare school kan halen. Het biedt een stukje extra algemene kennis dat altijd van pas komt; welke studierichting een leerling later ook op wil gaan.