Van een vwo-leerling wordt verwacht dat hij/zij nog meer in staat is zelfstandig te leren. De leerlingen krijgen een deel van het lesprogramma daarom ingedikt aangeboden, werken systematisch door de verdiepings- en verrijkingsstof, in een hoger tempo en met toetsing op vwo-niveau. In het curriculum van de vwo-brugklas staat twee uur projecttijd op het lesrooster. Tijdens deze projecttijd doen leerlingen in groepjes onderzoek en presenteren zij onderzoeksresultaten aan elkaar. Daarnaast stemmen de verschillende vakken hun lessen op de projecten af. De thema’s kunnen per jaar verschillen
In het mentoruur en tijdens het werken in de projecttijd wordt speciale aandacht besteed aan vaardigheden zoals: de communicatie in de groep, samenwerken, plannen, presenteren en reflecteren. Dit doen we met behulp van “ontwikkellijnen”. Met ontwikkellijnen krijgen leerlingen inzicht in en feedback op hun groei in de vaardigheden.
Verder is er veel aandacht voor het sociale functioneren van deze groep leerlingen, die het op de basisschool gemakkelijk heeft gehad; immers op de basisschool hebben zij steeds tot de top van de klas behoord, met relatief weinig inspanning. Leren leren en een andere rol innemen in de klas, kan een nieuwe ervaring zijn voor deze groep leerlingen.
Elke klas heeft een mentor die de leerlingen extra begeleidt, zowel in lessen als in individuele coachingsgesprekken. In de lessen werken de leerlingen onder andere aan sociale vaardigheden (normen en waarden in de klas), groepsdynamiek en het voorbereiden van klasactiviteiten. Daarnaast krijgen de leerlingen begeleiding in het aanleren van studievaardigheden zoals leren plannen, organiseren en huiswerk maken. Stap voor stap moeten de leerlingen zelf eigenaar worden van het leerproces. Deze zelfstandigheid leren ze uit te bouwen, omdat dit een van de succesfactoren is voor het behalen van het diploma.
De mentor volgt de groei van de leerling aan de hand van groeilijnen. In deze groeilijnen staan (sociale) vaardigheden beschreven met verschillende beheersingsniveaus. In overleg met de mentor of leermeester schat de leerling in waar hij of zij staat op bijvoorbeeld het gebied van doorzettingsvermogen of communiceren en samenwerken. Aan het einde van ieder schooljaar maakt de leerling een reflectieverslag, dat bij het rapport wordt gevoegd.
De mentor volgt de groei van de leerling aan de hand van groeilijnen. In deze groeilijnen staan (sociale) vaardigheden beschreven met verschillende beheersingsniveaus. In overleg met de mentor schat de leerling in waar hij of zij staat op bijvoorbeeld het gebied van doorzettingsvermogen of communiceren en samenwerken. Aan het einde van ieder schooljaar maakt de leerling een reflectieverslag, dat bij het rapport wordt gevoegd.
De vwo-brugklas is voor leerlingen die van de basisschool een vwo-advies hebt gekregen. Deze leerlingen kunnen naar de vwo-brugklas op het Regius College. Natuurlijk is het belangrijk dat de leerling gemotiveerd is voor deze keuze en dat hij/zij doorzettingsvermogen hebt. Deze leerling was vaak de beste van de klas. Nu gaat de leerling samenwerken met leerlingen die ook goed kunnen leren, waardoor leerlingen meer uitgedaagd worden.